De Van der kelen-methode
De essentieel praktische lessen worden gegeven gedurende een periode van zes maanden, van oktober tot maart.
De methode is gebaseerd op het progressieve aanleren van het gebruik van de specifieke gereedschappen van de decoratieschilder.
Het aanleren van de methode is nog steeds gebaseerd op de archieven van deze laatste honderd jaar: praktische demonstraties waarbij natuurlijke stalen van hout en marmer getoond worden.
De traditionele schildertechnieken met water en olie, zoals die in gebruik in de 19de eeuw in Parijs, en welke aan het werk een duurzaamheid en opmerkelijke diepte geven, zijn de essentiële kenmerken van deze methode.
De lessen verlopen als volgt: de leraar geeft een praktische demonstratie en toont aldus hoe de leerlingen moeten te werk gaan.
Deze verwezenlijken hun oefeningen onder het oog van de leraar. Na herhaaldelijke verbeteringen wordt het definitieve marmer of houtsoort verwezenlijkt op een groot formaat papier dat de leerling kan meenemen. Na de opleiding zullen die panelen een visuele referentie zijn voor latere realisaties in het beroep.
Deze cursus wordt aangevuld met gegevens betreffende de praktische toepassing van de aangeleerde stof alsook met noties van kunstgeschiedenis en aanduidingen voor het beroepsleven.
Na afloop van deze intensieve zes maan-delijkse cursus is de leerling in staat om 30 verschillende houtsoorten en 30 verschillende marmersoorten na te bootsen.