De school en haar geschiedenis

Gelegen in de hoofdstad van Europa en de enige kunstschool ter wereld waar sinds 1882 de traditionele decoratie technieken onderwezen worden.
In 1882 sticht Pierre Logelain te Brussel de eerste school voor decoratieschilderen.
In 1892 richt Alfred Van der Kelen eveneens te Brussel de tweede school voor decoratieschilderen op. Zijn jarenlange ervaring als decoratieschilder opgedaan in Parijs, dient als basis voor de opleiding. De cursus die over 6 maanden loopt is als het ware een synthese van 7 jaren stage bij een decoratieschilder.
Bovendien valt deze cursus samen met de kalme winterperiode van de huisschilder. Na afloop van deze intensieve opleiding zal hij de technieken van hout-en marmerimitatie alsook andere decoratietechnieken perfect beheersen. Alfred Van der Kelen creëert aldus een methode die een aanzienlijke omwenteling in dit beroep betekent.

Dit soort onderwijs is nog steeds gangbaar en kenmerkt zich door een intensief technisch en praktisch oefenen, waarbij tevens het observatievermogen en de rationele hantering van het penseel getraind wordt.
In 1902 vestigt Alfred Van der Kelen zijn atelier definitief in het vroegere huis van de kunstsmid Prosper Schrijvers.
In 1951, geeft zijn zoon Clément, na afloop van zijn praktische opleiding, eveneens in Parijs, een nieuwe wending aan de school wanneer hij fusioneert met de school van Logelain.
Ook zijn vrouw Denise en zijn dochter Sylvie leidt hij gedurende lange jaren op in het beroep.
Ook zij zijn ten volle bewust van de historische waarde van dit beroep en sinds 1995 gaan zij samen verder met het overdragen aan de jonge generatie van de decoratietechnieken die sedert 1882 op punt werden gesteld.

Het atelier

Sinds 1902 gevestigd in een gebouw met een historisch verleden: het huis van de kunstsmid Prosper Schryvers. Dit huis in de Vlaamse neo-renaissance stijl werd door Prosper Schryvers zelf getekend in 1881. De voorgevel is een sprekend voorbeeld van deze stijl: de glasramen vertellen een geschiedenis, het samenspel van bak- en natuursteen, de trapgevel, de weerhaan met de initialen van de kunstsmid, kortom, de voorgevel is een toonbeeld van zijn virtuositeit.

In het zelfde jaar doet Schryvers zijn atelier op het perceel achter het gebouw optrekken. Deze werkplaats werd voorzien van een glazen dak, om zoveel mogelijk van het beste daglicht, het noorderlicht, te genieten.
In dit uniek kader worden vandaag de lessen gegeven. Het is tevens de bewaarplaats van zeer kostbare archieven van meer dan 100 jaar oud, alsook talrijke voorbeelden van authentieke marmer- en houtsoorten.